8. De gehangenen
Schrijver: | | Serge Le Tendre |
Tekenaar: | | TaDuc |
Jaar: | | 2005 |
In het leven van Chinaman breekt een nieuw hoofdstuk aan. Hij begeleidt tegenwoordig transporten en heeft zo geregeld contacten met "zijn" Chinese wereld en die van de blanken. Wanneer de karavaan die hij vergezelt ergens stopt om water in de slaan, ziet Chinaman een kerel die bij de voeten is opgehangen en enkel nog een onderbroek draagt. Die man, Zed, is een mooiprater, een gokker en een onverbeterlijke bluffer. In de volgende stad slaat Zed meteen zijn tenten op in de saloon en schreeuwt van alle daken dat zijn zaakjes weer snel zullen lopen. Maar de volgende dag, als Chinaman zich klaarmaakt om verder te reizen, ziet hij de man opnieuw. Weer is hij bij zijn voeten opgehangen. Weer moet Chinaman ingrijpen. Er zit voor Zed niks anders op dan met Chinaman mee te reizen. Onderweg amuseert hij iedereen met zijn fabelachtige verhalen. Tot de groep bij het volgende bivak komt. Daar vindt de groep een kerel die zo wanhopig is dat hij zichzelf op wil hangen. Zed kan de man nog net van de dood redden, maar de zielenpoot is een wrak, blijft apathisch en spreekt geen woord. En dan ontdekt Chen in de as van het kampvuur een bankbiljet.
In dit album wordt de sobere Chinaman geconfronteerd met twee heren die in niets op hem lijken. De ene is een bekeerd inbreker met zelfmoordneigingen, de andere een jonge, enthousiaste pokerspeler. Samen zullen ze een heel stuk weg afleggen. Soms is dat hun eigen keus, maar af en toe worden ze door het toeval weer bij elkaar gebracht. In de harde wereld waarin ze leven, speelt het lot een belangrijke rol. Worden de drie straks vrienden en is dit voor Chinaman het begin van een minder solitair leven?