Het boek der onsterfelijken |
|
2. De wegbereider
Schrijver: | | Anne Ploy |
Tekenaar: | | Frédéric Juret |
Jaar: | | 2005 |
Postunius, de heilige schedel, is zijn openbaringswerk begonnen. Via hem begint de botsing van de eerste beschavingen. Deawn en haar mentor, de druïde Skiant, worden gevangen genomen door Abred en Brennus. In hun machtshonger willen ze gebruik maken van de Pharos, de goddelijke mantel met onbegrensde krachten. Daarmee geconfronteerd, wordt Deawn zich van haar Onsterfelijkheid bewust: ze kan niet doden, maar heeft wel het vermogen haar beschaving uit de chaos te leiden die zich van de wereld meester heeft gemaakt.
In Afrika gaat een kind-koning op weg. In Indië nemen een strijder zonder uitrusting en een kind-monster deel aan de Grote Oorlog, waar ze als overwinnaars uit te voorschijn zullen komen. In Delphi, het centrum van de wereld, vecht Khepri tegen de invloed van Postunius, de schedel die de eindstrijd heeft ontketend. In de omgekeerde wereld tracht Ogma het lot van ieder te volgen en weer greep te krijgen op de wereld. De gevechten woeden in alle uithoeken van de wereld. De strijd begint nog pas.