22. De grote oversteek
Schrijver: | | René Goscinny |
Tekenaar: | | Albert Uderzo |
Jaar: | | 1975 |
Opperhoofd Heroïx loopt briesend, het schild over zijn hoofd getild, naar Kostunrix, hem beschuldigend van voedselvergiftiging van zijn dragers omdat deze van zijn vis gegeten hebben en die, zo blijkt, nog rotter is dan normaal. Dit leidt tot een onderlinge knokpartij waarbij de volledige visvoorraad het moet ontgelden, tot Obelix zich met de zaak komt bemoeien en de strijd snel beslecht is. Asterix vraagt aan een bont en blauw geslagen Kostunrix waarom zijn vis niet vers is, wat de visverkoper op een stiptheidsactie van de ossenkarren steekt tegen de hoge hooiprijzen. Asterix oppert dat het beter dan zou zijn moest hij zijn vis letterlijk uit de zee halen, wat Kostunrix als een grove belediging ziet en zijn tent sluit.