6. De schat van de tempel
Schrijver: | | Stephen Desberg |
Tekenaar: | | Enrico Marini |
Jaar: | | 2005 |
De Schorpioen, de zigeunerin Mejaï en Ansea zijn ontsnapt uit de grotten van Cappadocië. Het oorspronkelijke kruis van Petrus en de fabelachtige schat van de Tempeliers heeft het drietal daar - tegen de verwachtingen in - niet kunnen vinden. Wel wijst een inscriptie op een degen erop dat het laatste fort van de Tempeliers via Damascus te bereiken is.
Op zijn beurt is Rochnan, de kwade genius van de tot paus gekozen kardinaal Trebaldi, ervan overtuigd dat de oude Teutoonse ridder Gottfried von Eschenbach het geheim van de schat kent. Rochnan wil hem tot elke prijs stoppen. Via kastelen, versterkte steden en ruïnes volgen de Schorpioen en zijn metgezellen het spoor van de Tempeliers naar het Heilige Land. Op een avond laat Mejaï zich verrassende informatie ontvallen over Rochnan. Zij was zijn maîtresse toen hij werkte voor de kalief van Jeruzalem. Tot hij ervan werd verdacht voor het Vaticaan te spioneren, waarna hij zwaar werd gemarteld en in een kerker gesmeten.
Eenmaal terug in Jeruzalem - de stad waar volgens Eschenbach de schat verborgen ligt - gaat Rochnan verhaal halen bij de gouverneur. Om wraak te voorkomen, belooft deze hem te helpen de oude kapel van de Tempeliers terug te vinden. Maar een onvoorziene actie van de wacht voorkomt dat Eschenbach er weer vandoor kan gaan.
In Damascus laat de Schorpioen de in Turkije ontdekte degen onderzoeken door een oude rabbijn. Volgens hem hebben fanatieke joden de moslims geholpen bij het verjagen van de Tempeliers. Daarna hebben zij zich meester gemaakt van de schat en deze naar Saint-Serrac gestuurd, het fort dat de kruisvaarders als laatste verlieten. Wanneer de Schorpioen en zijn vrienden door de Ottomaanse politie worden ontdekt, moeten zij halsoverkop vluchten. Ze weten nog niet dat hun wegen en die van Rochnan elkaar binnenkort zullen kruisen.
Wie zal het bedrog van de nieuwe paus onthullen? En wie zal het oorspronkelijke kruis van Petrus terugbrengen naar Rome? Is het de onverschrokken Schorpioen? De betoverende Mejaï? De ambitieuze Ansea? Of misschien toch de sluwe Rochnan?