5. Het heilige dal
Schrijver: | | Stephen Desberg |
Tekenaar: | | Enrico Marini |
Jaar: | | 2004 |
In de archieven van de sultan van Istanboel heeft de Schorpioen een manuscript ontdekt waarin staat dat het kruis waaraan Petrus is gekruisigd zich niet in Rome bevindt, maar in Karabas, een dorpje in Cappadocië. Trebaldi is tot paus gekozen op basis van een in scène gezet wonder rond een vervalst Petruskruis. Hij vreest dat de Schorpioen erin zal slagen de oorspronkelijke relikwie op te sporen. Daarom stuurt hij de genadeloze huurmoordenaar Rochnan achter hem aan. De missie van de krijgsmonnik: zich meester maken van het echte kruis en het wegnemen van elk spoor van twijfel over de rechtmatige verkiezing van Trebaldi.
De Schorpioen is er juist op uit om de misdaden en het bedrog te bewijzen van de man die zijn goede naam in twijfel heeft getrokken. Daarbij wordt hij bespioneerd door de even verleidelijke als gevaarlijke zigeunerin Mejaï, op de hielen gezeten door Rochnan en zijn krijgsmonniken, en belaagd door de bandieten waar de streek van wemelt. Toch slaagt hij erin zijn levensgevaarlijke tocht voort te zetten en meer over het kruis te weten te komen. Zo hoort hij dat de rotswanden van Cappadocië evenveel schatten als geheimen herbergen. Maar ook dat er een oude, Duitse soldaat, von Eschenbach genaamd, rondloopt die hem wellicht zal kunnen helpen.
Intussen neust de avonturierster Ansea Latal al in Karabas rond. Zij beweert dat ze werkt voor een rancuneuze rivaal van de nieuwe paus. Op haar beurt rekent Mejaï op Von Eschenbach om de anderen te snel af te zijn. De oude Duitser zoekt naar het roemruchte kruis, omdat wie het vindt toegang krijgt tot de plek waar de vermaarde schat van de Tempeliers verstopt ligt.
Diep in een vrijwel onbegaanbaar dal, in een grot vol geheimzinnige kruizen, komen de hoofdrolspelers bij elkaar. De Schorpioen, Mejaï, Rochnan, Von Eschenbach en Ansea staan daar oog in oog met geheimen die worden bewaard door dodelijke valstrikken.