129. Het hoofd van Titus
Schrijver: | | Hec Leemans |
Tekenaar: | | Hec Leemans, Tom Bouden |
Jaar: | | 2024 |
Op het einde van de Tweede Wereldoorlog vindt de vader van Fernand Costermans tussen de ruïnes van een museum een borstbeeld van een Romeinse senator. Hij neemt het marmeren beeld mee naar huis, waar het nadien jaren te koop staat in zijn antiekwinkel. Pas jaren later slaagt hij erin het beeld te verkopen aan de ouders van Carmen. Baby Carmen is echter doodsbang voor de strenge Romein en het beeld verdwijnt naar de zolder. Vijfenvijftig jaar later vraagt Carmens moeder aan Fernand Costermans om haar zolder leeg te maken. Het Romeinse borstbeeld komt weer boven water en staat vanaf dan te koop in de brocantezaak van Fernand. Mevrouw Dallemans, de conservator van een museum, wil het aankopen. Een expert verklaart dat het gaat om het borstbeeld van Titus Pompus. Maar zodra Carmen Waterslaeghers ontdekt dat het beeld van bij haar moeder komt en mogelijk een klein fortuin waard zou zijn, gaan de poppen aan het dansen.