11. De schat van Scharlaken Rackham
Schrijver: | | Hergé |
Tekenaar: | | Hergé |
Jaar: | | 1944 |
Kuifje en Haddock zijn bezig met de voorbereidingen van de reis naar het eiland waar de schat begraven zou liggen. Ze hebben daarvoor de Sirius, het schip van Haddocks vriend Chester, geleend. De voorbereidingen zorgen er al snel voor dat het nieuws van de op handen zijnde schattenjacht uitlekt en in de krant komt te staan. Al snel staat er een leger charlatans voor Kuifjes deur: allen beweren erfgenaam van de zeerover Scharlaken Rackham te zijn en dus recht te hebben op een deel van de schat. Een van de bezoekers blijkt niet uit op de schat. Hij stelt zich voor als Trifonius Zonnebloem en biedt aan om een door hem gebouwde duikboot ter beschikking te stellen, om tijdens het zoeken naar het wrak te kunnen duiken zonder door haaien aangevallen te worden. Kuifje en Haddock voelen niets voor het apparaat. Ze slagen er niet in om dit de uitvinder duidelijk te maken, omdat die hen door zijn doofheid voortdurend verkeerd begrijpt.