8. De krab met de gulden scharen
Schrijver: | | Hergé |
Tekenaar: | | Hergé |
Jaar: | | 1941 |
Kuifje vindt op een dag op straat een conservenblik waarop een krab staat afgebeeld. Er is een klein stukje van het papier afgescheurd. Even later komt hij de detectives Jansen en Janssen tegen, die net bezig zijn een moord op te lossen; bij de haven is het lichaam van een matroos gevonden, die naar alle waarschijnlijkheid geen natuurlijke dood gestorven is. Bij de voorwerpen die op het lichaam van de man zijn gevonden ziet Kuifje ineens het ontbrekende stukje papier dat bij het conservenblik hoort. Kuifje neemt dit papiertje mee naar huis om het beter te bestuderen. Er blijkt een naam op te staan, Karaboudjan. De volgende dag bellen de detectives; ze hebben de matroos geïdentificeerd. Hij heette Herbert Dawes en maakte deel uit van de bemanning van de Karaboudjan, een vrachtschip dat in de haven ligt.